Batin: Van de regels van de Islam naar de Genade van Jezus

Het verhaal van Batin

Mijn naam is Batin, ik ben 49 jaar oud en geboren in Duitsland. Ik ben van Turkse komaf, en woon samen met mijn vrouw en dochter in Arnhem. Ik ben opgegroeid binnen de islam, maar niet in een streng religieus gezin. Toch waren er duidelijke verwachtingen naar hoe wij ons tot de islam moesten verhouden, vooral door de sociale druk van de gemeenschap.

Als kind voelde ik me vaak verloren. Op jonge leeftijd ben ik door mijn ouders in Turkije bij mijn tante achtergelaten. Zij zorgde al voor tien kinderen en ik kwam daar als 11e jongetje bij. Ik kreeg polio toen ik anderhalf jaar oud was. Mijn ouders kwamen even kijken, maar deden vervolgens weinig. Zes jaar later besloten ze dat ze weer “tijd” voor me hadden. Ik kwam naar ouders die ik eigenlijk niet kende en we verhuisden naar Nederland.

Ondanks verwaarlozing en een moeilijke jeugd had ik altijd een bewustzijn van God. In mijn diepste eenzaamheid bad ik, als kind al, tot Hem om bescherming en veiligheid. Dat vertrouwen in een hogere macht is nooit weggegaan ondanks dat ik soms ook boos was op God over het lot van mijn leven.

De God die mij werd voorgesteld binnen de islam, riep vooral angst bij mij op door de gerichtheid op wetmatigheid, regels en straffen. Er was geen echte relatie, alleen vrees.

Jaren later begon ik de Koran zelf te lezen, in een taal die ik begreep. Wat ik ontdekte, raakte me diep. Vooral de manier waarop vrouwen, kinderen en moeders werden beschreven ging dwars tegen mijn gevoel van rechtvaardigheid en liefde in.

Ik heb een vrouw, een zusje, een dochter en een moeder die ik liefheb. Wat de Koran mij vroeg te geloven en toepassen kon ik niet rijmen met wie ik was. Ik kon dat mijn gezin niet aandoen.

Ik las de Koran twee keer uit. Elke keer hoopte ik dat ik het verkeerd begrepen had. Maar ik kon niet ontkennen wat er stond. Vrouwen als bezit, vrouwen als ruilmiddel, je mag als man vrouwen straffen voor ongehoorzaamheid en vrouwen kleineren. Ik voelde dat dit niet het hart van God kon zijn. Het veroorzaakte een diepe leegte en een grote omslag.

Ik kon geen moslim meer zijn, maar wat dan wel?

Ik bleef zoeken. Ik wilde God niet loslaten. Ik vroeg me af of ik in God kon geloven zonder stroming. Omdat ik sceptisch was, wilde ik bewijs. Ik typte op Google zinnen als “bestaat God echt?” of “bewijs voor het bestaan van God”. Keer op keer kwam de Bijbel naar voren. Dat wekte mijn nieuwsgierigheid.

In het verborgene begon ik de Bijbel te lezen, op zoek naar antwoorden. Ik wilde weten of de God van de Bijbel wél liefdevol en rechtvaardig was. Ik las de Bijbel van kaft tot kaft en alles wat ik vond, toetste ik: historisch, archeologisch, logisch. Tot mijn verbazing klopte alles. Wat mij opviel was dat de schrijvers elkaar niet tegenspraken, ondanks dat ze uit verschillende tijden en contexten kwamen en de boeken ook geschreven zijn door verschillende auteurs.

De lijn was helder: een God die liefheeft, redt en nabij is.

Een vriend van mij, die Aramees spreekt, hielp me bij het begrijpen van bepaalde teksten. Wat mij raakte, was de nederigheid en liefde van Jezus. Hij was geen krijgsheer, maar een dienaar. Hij genas, vergaf en stierf voor mensen die Hem haatten. Hij offerde zichzelf op voor de hele mensheid. Toen ik de woorden las in Johannes 8 vers 58 waar staat: "Voor Abraham was,…. BEN IK", begreep ik dat Hij niet zomaar een profeet was. Hij IS God…

Dat besef kwam binnen. Jezus is voor mij gestorven. Voor mijn zonden. Hij heeft mijn pijn gedragen, mijn verleden, mijn fouten. Hij kocht mij vrij. Niet met geweld, maar met Zijn bloed. Toen dat diep tot me doordrong, brak er iets open in mij. Om dit te kunnen doen moet je wel Goddelijk zijn. De leegte werd gevuld. Ik wist: ik wil Hem volgen. Ik hield mijn adem in rond mijn innerlijke keuze want makkelijk is het niet. Het is een proces van jaren geweest. De druk van mijn achtergrond is groot en het loskoppelen van oude denkbeelden zijn hardnekkig en daardoor niet direct verdwenen. Bang ook mensen door mijn keus te verliezen speelde een rol.

Toch voel ik die diepe vrede in mijn hart. Voor het eerst in mijn leven ervaar ik rust.

Jezus bracht geen angst, maar vrijheid.

Ik draag nu een kruis als teken van die nieuwe weg. Niet als sieraad, maar als symbool van een nieuw leven. Zoals Jezus het kruis droeg, wil ik mijn oude lasten achterlaten bij het Kruis.

Mijn identiteit ligt niet langer in cultuur of religie, maar in Christus. De God waarin ik nu geloof, eert en respecteert mijn vrouw, mijn moeder, mijn zus en mijn dochter. Hij roept mij op om hen lief te hebben zoals Hij ons heeft liefgehad.

Mijn naam is Batin. In het Arabisch betekent dat: “de Verborgene”. Jarenlang was mijn geloof verborgen, mijn zoektocht geheim. Maar nu leef ik in het licht van Jezus. En ik schaam mij niet.

Jezus leeft.