Rosa's verhaal: van scheuring naar samen met God

Het verhaal van Rosa

Ik ben Rosa en ik ben 18 jaar oud.

Als kind ben ik gelovig opgevoed, waar ik mijn ouders tot op de dag van vandaag nog steeds erg dankbaar voor ben. De kerk voelde voor mij dan ook altijd als een tweede huisje. Ik genoot ervan om samen met mijn ouders en oudere zus daarheen te gaan. Ik maakte daar vriendinnen en leerde over wie God is. Als kind nam ik dat allemaal maar gewoon aan. God was er wel, maar ik zocht Hem niet echt op. Hij was voor mij meer de Persoon die er altijd is, maar meer niet.

De sfeer thuis was in die tijd verdrietig en stressvol

In 2018, toen ik 14 jaar was, veranderde mijn visie op God en de kerk. Het leidersteam, waar mijn vader deel van uitmaakte, was het niet met elkaar eens over de richting waarop de kerk moest gaan. Hierdoor kwam er discussies en ontstonden er twee partijen. Doordat mijn vader in het leidersteam zat, kreeg ik veel mee over de ruzie. De sfeer thuis was in die tijd verdrietig en stressvol. Ik zag hoe gebroken mijn ouders erdoor waren en dat raakte mij. Ik had er moeite mee om mijn ouders zo te zien en wist niet goed hoe ik met hun verdriet om moest gaan.

Als gevolg van de ruzie scheurde de kerkgemeente uiteindelijk in tweeën. Een grote groep mensen ging weg uit de kerk, waaronder mijn vriendinnen. Ik kon maar niet begrijpen waarom God dit allemaal liet toe staan, en ik schoof God van mij af. Er ontstond een afstand tussen Hem en mij. Ik was boos op God, althans ik dacht dat ik op Hem boos was. De hele tijd dat dit zo was, merkte ik dat ik iets miste, en er klopte iets niet. Dat maakte mij onrustig, maar ik wist niet wat ik miste.

Ik ervoer zo’n innerlijke rust en warmte

In die tijd bleef ik wel naar de jongerengroep van de kerk gaan. Ik leerde nieuwe mensen kennen en ik vond mijn plekje in de kerk langzamerhand weer een klein beetje terug. Met de jongerengroep gingen we vervolgens op kamp. Tijdens dat kamp was er een avond waarop ik ineens zoveel warmte voelde. Het gevoel viel niet te beschrijven, maar ik ervoer zo’n innerlijke rust en warmte. Ik wist dat God op dat moment bij mij was.

Ik snapte dat andere mensen er iets aan hadden

Ik bleef nog steeds veel vragen houden en besloot om de Bijbel er maar weer is bij te pakken. Ik dacht altijd dat ik de Bijbel niet nodig had. Er stonden wel mooie dingen in en ik snapte dat andere mensen er iets aan hadden, maar het was niks voor mij. Maar toen ik begon met lezen, kwam ik er al snel achter dat veel van mijn vragen beantwoord werden in de Bijbel.

Ik zette mijn zoektocht naar God voort en ik vond de rust, die ik had verloren toen ik God van mij had afgezet, weer terug. Ik wist toen dat ik het niet meer alleen hoefde te doen, maar dat er een God is, die met mij is en van mij houdt.

Ik kwam er op latere leeftijd achter dat ik, in de tijd van de kerkscheuring, niet boos was op God, maar op de mensen die mijn ouders zoveel verdriet hadden aangedaan. Soms ervaar ik deze boosheid nog steeds, maar tegelijkertijd besef ik me dat wij als mensen allemaal zondig zijn. Iedereen maakt fouten, ook ik. Maar ik mag weten dat Jezus voor mij aan het kruis is gestorven en dat Hij mijn zonden wil vergeven. Er is geen grote liefde dan de liefde die God voor de mens had, om Zijn enige Zoon naar de wereld te sturen om de taak te volbrengen, waar wij als mens niet toe in staat zijn.

Ik mag weten dat er een God is, die voor mij staat

Ik heb geleerd dat mijn relatie met God niet van mensen hoeft af te hangen. Mensen kunnen je van alles aandoen, of ze christen zijn of niet. Maar ik mag weten dat er een God is, die voor mij staat, en die mij zal leiden op de weg die nog voor mij ligt. Een Bijbeltekst die hier mooi op aansluit, staat in Romeinen 8 vers 31: “Wat zullen wij dan van deze dingen zeggen? Als God vóór ons is, wie zal er dan nog tegen ons zijn?”

Ik weet nu hoe somber een leven zonder God is. Iets wat altijd zo vanzelfsprekend was voor mij, bleek onvoorstelbaar bijzonder. Gelukkig stak God nog altijd Zijn hand naar mij uit en die laat ik nu nooit meer los.